- 9.
- a.
- Gegeven is dat op t=t'=0 geldt dat x=x'=0. We kunnen dus de standaard Lorentz transformatie
gebruiken. Uit volgt dat v=3/5c. De beschreven gebeurtenis
vindt plaats op x'=0, x=1. Wegens volgt . Verder: .
- b.
- Uit volgt . We berekenen het
ruimte-tijdpunt (x,t) waarop de lichtstraal is uitgezonden die de waarnemer
in de oorsprong van S op t=T=10 min waarneemt. De gezichtslijn van de
waarnemer in x=0, t=T wordt gegeven door (=deel van
de lichtkegel in het verleden van de waarnemer met x positief). De oorsprong
van S' wordt gegeven door x=vt. De waarnemer ziet van de oorsprong van S'
wat op zijn gezichtslijn ligt, ofwel het punt gegeven door c(T-t)=vt. Hieruit
volgt t=Tc/(c+v) en x=vcT/(c+v). De klok in de oorsprong van S' wijst
t' aan. Uit de Lorentz transformatie volgt nu .