Antwoord 5: Uiteraard is dit precies het lichtpostulaat. In ieder stelsel
is de snelheid van het licht gelijk aan c. Aangezien het optellen van
snelheden een gevolg is van het gaan naar een ander stelsel is daarmee
de vraag beantwoord. Inderdaad geldt met w=(u+v)/(1+uv/c2) dat als we
v=c nemen, dat dan ook w=c. Immers (u+c)/(1+uc/c2)=c(u/c+1)/(1+u/c)=c.