Antwoord 23: De versnelling , dus de verandering van de snelheid
per tijdseenheid, is gegeven door . Deze
vector staat zowel loodrecht op als loodrecht op . Maar als
in de z-richting wijst, , dan staat de
versnelling dus loodrecht op deze z-richting en is dus dvz(t)/dt=0.
Indien nu vz=0 op t=0, dan geldt dit voor alle tijden. In het algemeen
als op t=0 dan blijft vz constant in de tijd - dat hebben we
verderop nodig. Nemen we nu vz=0, dan is de beweging in een vlak loodrecht
op de z-as, dus loodrecht op het magnetisch veld. We zagen al eerder dat
versnelling ook loodrecht op de snelheid is. Omdat
(met vz=0) zelf loodrecht op staat is de grootte
van de versnelling gelijk aan a=qvB/(cm(v)), waarbij zoals gewoonlijk
. Als U daar niet zeker van bent, gebruik dan verg. (8.37) met
en , zodat , en dus .
Omdat we eerder in de syllabus al hadden afgeleid dat de grootte van de
snelheid constant is, is dit precies de conditie voor een cirkelbeweging, die
bepaald wordt door een constante versnelling loodrecht op de constante
omloopsnelheid. Deze omloopsnelheid is gelijk aan de straal r maal de
hoeksnelheid , terwijl de centrifugale versnelling is in everwicht
met de versnelling is. Hieruit kunnen we zowel de Larmor
frequentie als straal oplossen: en
r=v2/a=vcm(v)/(qB). Als tenslotte , dan ontbinden we
in een vector parallel aan en een vector
loodrecht daarop (de index t staat voor transversaal). Dus
en . We zien echter eenvoudig
in dat het uitwendig product van twee evenwijdige vectoren altijd nul is,
zodat . De versnelling staat dus
nog steeds loodrecht op de z-as. De grootte van de versnelling is nu
a=qvtB/(cm(v)). De beweging kan dus ontbonden worden in een constante
beweging met snelheid vz in de z-richting en cirkelbeweging in het
x-y-vlak, met als hoekfrequentie en als straal
r=vt2/a=vtcm(v)/(qB). Dit is dus een spiraalbeweging. De hoekfreqentie
hangt in het niet-relativistische geval (waar we m(v)=m stellen) niet
van de snelheid af en in het relativistische geval alleen maar van de grootte
van de totale snelheid. Dit zijn belangrijke resultaten waarmee men in
de astro- en plasmafysica uit de remstraling informatie kan verkrijgen over
de grootte van het magneetveld en de snelheden van de geladen deeltjes.