Rob Terwiel, 1939-2004
"Dr. Rob Terwiel, Hoogleraar Theoretische Natuurkunde, tot voor enkele jaren werkzaam op het Instituut-Lorentz, die vele generaties studenten op fantastische wijze heeft onderwezen, is op 19 juli 2004 op 65-jarige leeftijd in Amsterdam overleden en reeds vorige week in kleine kring gecremeerd."
Terwiel is dood. Een mededeling die je even op je moet laten inwerken. De man die jarenlang quantummechanica, quantumtheorie en algemene relativiteitstheorie doceerde aan de Universiteit Leiden, de populairste, meest indrukwekkende, meest charismatische docent die ik ooit met mijn jaargenoten aan het werk heb gezien, is niet meer. Hoe hij overleden is? Geen idee. Misschien dat ik daar later nog iets over te horen krijg. Op het moment doet dat er ook even niet zo toe. Terwiel is hoe dan ook dood. Terwiel, zo noemden we hem. Niet Rob Terwiel en zeker niet Rob. Wat ons betreft had Terwiel in eerste instantie geen voornaam, in tweede instantie heette hij R.H., want zo stond het op de diktaten. Dat hij Rob heette weet ik eigenlijk nu pas zeker.
Terwiel was meer dan een docent voor ons. Hij was een icoon, iemand waar je zelfs als je na een college een geintje over hem maakte een diep respect voor koesterde. Omdat hij een fantastische spreker was, omdat hij zijn colleges serieus nam, omdat hij studenten als volwassenen behandelde (ze zelfs met u aansprak) en omdat hij een soort van onderkoelde dwarsheid richting de opleiding had, die af en toe tussen neus en lippen door naar boven kwam tijdens zijn colleges. Dat laatste kwam ook tot uiting in zijn tentamens, die bewust voorspelbaar en relatief makkelijk waren. Want Terwiel was tegen tentamens.
Een paar jaar geleden verdween Terwiel van de universiteit. Of hij ontslagen is of dat hij de eer aan zichzelf mocht houden weet ik niet, maar het had er zo begreep ik vooral mee te maken dat hij op onderzoeksgebied niet actief genoeg was. Wij studenten waren furieus: de betaopleidingen stikken van de docenten die hun colleges verwaarlozen en zich volledig op hun onderzoekswerk concentreren. Is er eens een docent die tot grote vreugde van alle studenten het tegenovergestelde doet, wordt hij weggebonjourd.
Na zijn vertrek verloren we hem uit het oog. Af en toe hadden we het nog over hem (als bijvoorbeeld weer eens iemand hem bij de C1000 gespot had), maar op een gegeven moment zagen we hem niet meer en vanaf dat moment kwam hij ook steeds minder vaak ter sprake. Daarbij werd uiteraard het percentage studenten natuur- en sterrenkunde dat hem nooit gehad had steeds groter. Maar hem vergeten, dat deden wij, de oude garde, zeker niet. Daarvoor had hij te veel indruk op ons gemaakt. Ik denk dan ook dat het nieuws van zijn overlijden voor meer mensen een harde klap is, dan Terwiel zelf ooit gedacht zou hebben.
Jean-Paul Keulen