Het archief van het Huygens Dispuut


De archiefdozen in de Universiteitsbibliotheek

Over Elsbachs studententijd was ik nog het meeste te weten gekomen. Met wat gegoogle was ik terecht gekomen bij de memoires van een geleerde in de stromingsleer, Johannes Martinus Burgers. Deze man schreef dat hij toen hij als student naar Leiden kwam zijn jeugdvriend Elsbach om informatie had gevraagd. Vervolgens schreef hij dat hij in Leiden lid werd van het dispuutgezelschap Christiaan Huygens, waar Elsbach ook zat. Met deze aanwijzingen kon ik verder op zoek.

Ik heb zelf altijd een gezonde afkeer gehad van het corps. Het gezuip, de ridicule belangrijkdoenerij met jasjes, gebral en fascistisch gezang, om maar te zwijgen van het geïnstitutionaliseerde pesten in de vorm van de ontgroening deden mij altijd onvoorstelbaar kinderachtig aan en bovendien de meest ongeschikt denkbare basis voor de vorming van een kritische geest. Maar één ding wist ik ook van ze. Men nam zichzelf er erg serieus, en hechtte veel waarde aan de eigen geschiedenis. Grote kans, dacht ik, dat er nog ergens een archief was van dit dispuut, of een oud-lid dat mij misschien wat meer kon vertellen. Op internet vond ik al snel dat het dispuut zelfs nog bestond, en in 2010 zelfs een lustrum had gevierd. Ik mailde een adres dat ik op hun site vond, en kwam zo in contact met L., die mij prompt uitnodigde om een afspraak te maken om de archieven te komen bekijken.

Dit bracht mij naar het schotelvormige Gorlaeusgebouw in het Bio Science Park in Leiden. L. ontving mij hartelijk, en nam mij mee op een wandeling door gangen die langs grote open ruimtes voerden. Je hoorde een zacht gezoem, en soms wat gedempte stemmen van studenten, promovendi, en postdocs, zo te zien uit de hele wereld, die met lange buizen en bassins in de weer waren. Hier werd, zo verklaarde hij mij, onderzoek gedaan naar het gedrag van stromende gassen en vloeistoffen, het wetenschappelijk terrein waar Burgers in gespecialiseerd was.

We arriveerden in een kamertje, en terwijl hij een kast open deed, ontdeed hij mij meteen van een aantal vooroordelen. Zo hielden Elsbach en zijn medestudenten er zeker geen zuipfestijnen. Het dispuut Christiaan Huygens, zo vertelde hij, was geen onderdeel van het corps, en er werd in de tijd van Elsbach helemaal niet gedronken. Ook was er alle reden om de archieven van dit dispuut goed te bewaren. Het was een heel bijzonder dispuut geweest, omdat het gesteund werd door niemand minder dan professor Paul Ehrenfest, een belangrijk fysicus en persoonlijke vriend van Einstein, die zeer uitzonderlijk voor een professor toen regelmatig de bijeenkomsten bezocht. De drooglegging van het dispuut was te danken aan zijn felle afkeer van alcohol. Hoewel het dispuut zeker een sociale functie had, draaide het vooral om voordrachten die de leden afzonderlijk hielden.

Handtekeningen van leden in het reglement.

Het archief had wat rondgezworven maar zou binnenkort aan museum Boerhaave in Leiden overgedragen worden. "Hier is het kasboek. Dit is het reglement met de handtekeningen van de leden, deze lange rij schriften zijn al de notulen." Ik mocht zeggen wat ik wilde dat hij voor mij zou kopiëren. Ik voelde mij eindelijk als een kind in een snoepwinkel. Elsbachs handtekening vond ik onder het reglement, en zijn naam verscheen ook een paar keer in het kasboek. Hij had nog al wat boetes moeten betalen. Ik vond de memoires van Dirk J. Struik, met herinneringen aan het dispuut Huygens in de tijd dat Elsbach daar ook was.

De heer L. kopieerde voor mij allerlei stukken. Hij had maar beperkt tijd, en daarom lukte het niet om ter plekke uit te zoeken welke notulenboekjes relevant waren. Dat moest dan maar een andere keer. Uiteindelijk zou ik daarvoor naar museum Boerhaave gaan, toen ze daar eenmaal waren gearriveerd. Het museum in de binnenstad van Leiden stond vol met prachtige oude meetinstrumenten. Er was zelfs een tentoonstelling over Einstein's Nederlandse vrienden, met oude foto's van Lorentz, Ehrenfest en de studenten van Ehrenfest. Er lag een hartverscheurende laatste brief van Ehrenfest aan zijn meest dierbare student, jawel, Johannes Martinus Burgers, waarin hij zijn tragische zelfmoord aankondigde.

Maar de enthousiaste directeur van het museum leidde mij naar zijn kamer, en stond mij toe daar de nog dichte verhuisdozen met het Huygensarchief open te maken. In die dozen vond ik ook nog eens de voorzittershamer en nog een memoire die de tijd van Elsbach beschreef, deze keer van Marcel Minnaert. De benodigde notulen fotografeerde ik snel zonder ze eerst te lezen. Bij elkaar kreeg ik daadwerkelijk iets van een beeld van het dispuut en ook van Elsbachs rol daarin.

David Wertheim
Verloren in de tijd van Einstein: Op zoek naar de waarheid achter Alfred Coppel Elsbach (2020)