Uitreiking NWO/SPINOZA-premies aan vier toponderzoekers | 10 februari 2000 |
Op dinsdag 15 februari zal de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. L.M.L.H.A. Hermans aan vier vooraanstaande onderzoekers de NWO/SPINOZA-premies 1999 uitreiken. De NWO/SPINOZA-premie is met drie miljoen gulden per onderzoeker de grootste prijs die de wetenschap in Nederland kent. De onderzoekers ontvangen de premie dan ook als waardering voor hun wetenschappelijke prestaties en als stimulans voor verder onderzoek. Tot de eerste SPINOZA-laureaten in 1995 behoort prof. dr. G. 't Hooft, Nobelprijswinnaar Natuurkunde 1999.
Mediavertegenwoordigers zijn hierbij van harte welkom. Zie programma onder dit bericht.
De SPINOZA-laureaten zijn: prof. dr. C.W.J. Beenakker, hoogleraar Theoretische natuurkunde, Universiteit Leiden, prof. dr. ir. R. de Borst, hoogleraar Toegepaste mechanica, Technische Universiteit Delft, mw. prof. dr. E.A. Cutler, hoogleraar Vergelijkende taalpsychologie, Katholieke Universiteit Nijmegen / Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, Nijmegen en prof. dr. R.H.A. Plasterk, hoogleraar Moleculaire biologie, Universiteit van Amsterdam, tot 1 februari verbonden aan het Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam, per die datum directeur Hubrecht Laboratorium van de KNAW in Utrecht.
Prof. dr. Carlo Beenakker zal zijn gehoor tijdens de bijeenkomst tonen hoe orde en chaos samenhangen en waarom een 'elektronische biljartbal' zoveel moeite heeft zich aan de wetmatigheden van zijn equivalent op de biljarttafel te houden. De grondslagen hiervoor vinden we in een van de grootste ontdekkingen van de twintigste eeuw.
Prof. dr. ir. René de Borst is gefascineerd door het kapotgaan der dingen. Aardbevingen, slijtage, 'moeheid' of overbelasting leiden tot scheuren, breuken, rampen. Om het gedrag van belaste materialen te bestuderen helpt de wiskunde de onderzoekers verder. Maar een overwogen interpretatie van de getallen blijft nodig.
Prof. dr. Anne Cutler zal haar gehoor confronteren met het gegeven dat de Nederlandse taal vijfendertig klanken telt. Hiermee zijn tienduizenden woorden te vormen die echter onvermijdelijk veel op elkaar lijken. Bovendien plezieren sprekers hun luisteraars niet met een duidelijke scheiding tussen de woorden. Gesproken woorden worden aaneengeregen: de grondstof voor taalpsychologen die de onzichtbare en razendsnelle processen in het menselijke hoofd proberen te ontrafelen.
Prof. dr. Ronald Plasterk laat zich in zijn bijdrage leiden door de functie van de levende natuur, in tegenstelling tot de 'functieloze' dode natuur. Via de functie van zwemvliezen van een eend, de functie van de huidmondjes in een blad en die van een celorganel zoals een mitochondrion, daalt hij af tot het erfelijke niveau, de genen. Alles in het leven heeft een functie, maar hoe staat het met het leven zelf?
Nadere informatie bij NWO, afd. Voorlichting & Communicatie, tel. 070 3440713, fax 070 3850971, e-mail news@nwo.nl.