Antwoord 16: De gravitationele tijdsdilatatiefactor is $\sqrt{1-2GM/
(rc^2)}$. Voor de straal en de massa van de aarde vullen we r=6378 km en $M=5,97\times 10^{24}$ kg in, terwijl Newton's gravitatieconstante de waarde $G=6,67\times 10^{-11}m^3kg^{-1}s^{-2}$ heeft. Dus 2GM/c2=8,86 mm (dit is de Schwarzschild straal voor de aarde!). We verwaarlozen het feit dat de ene helft van de tweeling vanaf de aarde naar de ruimte heeft moeten reizen, waar de aardse aantrekkingskracht niet langer voelbaar is. Het feit dat de op aarde achterblijvende wederhelft van de tweeling ronddraait geeft een extra tijdsdilatatie $\sqrt{1-\omega^2r^2/c^2}$, met uiteraard $\omega=2\pi~d^{-1}=
2\pi/(24\times 3600~s)$. Derhalve is $\sqrt{1-8,86\times 10^{-6}/6378}
\sqrt{1-(6378\times 2\pi/(24\times 3600\times 2,9979\times 10^5))^2}=$$\sqrt{1-1,39\times 10^{-9}}\sqrt{1-2,39\times 10^{-12}}\approx$ $1-6,96\times 
10^{-10}$ de totale tijdsdilatatiefactor, zodat na 10 jaar de vrijzwevende tweeling slechts $6,96\times 
10^{-9}$ jaar=0,22 sec jonger is.